
In het Gelders archief bevindt bij de brieven van en de minuten van brieven aan de Commandant van de Keizerlijke Gendarmerie en de Onderprefect van Arnhem een brief van augustus 1812 over de weigering van de maire van Bennekom om het paspoort van een afgekeurde soldaat kritisch te bekijken en te beoordelen.
Wie beheerst het Frans zodanig dat die er een verhaalt van kan maken voor de Kostersteen enof website van HVOB?
Paspoorten
Onder het Franse bestuur kwamen zowel binnenlandse als buitenlandse paspoorten voor. De eerste categorie was bedoeld voor het reizen binnen het keizerrijk. De maires (burgemeesters) kregen via de Prefecten (departmentsbestuurder) de nodige registers met de paspoorten en zorgden voor de verdere verstrekking ervan. Het paspoort werd in tweevoud opgemaakt waarvan er één als minuut bij de maire bleef berusten. Op het paspoort stond de plaats van bestemming en een beschrijving van de houder. Een binnenlands paspoort kostte 2 franken en de opbrengst moest worden overgemaakt aan de Dienst van de Registratie en de Domeinen.
De buitenlandse paspoorten waren bedoeld voor inwoners van het Franse keizerrijk die naar een daarbuiten gelegen plaats of land wilden reizen. De verzoeken om buitenlandse paspoorten werden bij de Prefect ingediend die het verzoek doorgaf aan de commissaris van politie die een attestatie afgaf, waarna de Prefect, tegen betaling van 10 franken het paspoort kon uitreiken.
Voor het geval een buitenlander binnen het keizerrijk wilde reizen moest hij zich bij de eerste de beste gemeente melden om vervolgens zijn paspoort bij de commissaris van politie te laten viseren, waarna hij een binnenlands paspoort kon verkrijgen (van de minister van Politie?) voor zijn reis door het keizerrijk. De Bennekomse maire weigerde dus zo’n paspoort kritisch te beoordelen. Welk verhaal zit daarachter? De brief vind je hier. https://www.geldersarchief.nl/bronnen/archieven
Wil overleggen of meer informatie, neem dan contact op met Arno van der Valk, dat kan o.a. via pr@oudbennekom.nl