HOEKELUM

bouwhistorie van het kasteel

Wat tref je aan op deze pagina?

1. Beknopte bouwhistorie Kasteel Hoekelum voor de grote verbouwing 1912-1917

2. Bouwhistorie Kasteel Hoekelum van de nieuwbouw 1912-1917

3. Zes oude, omstreeks 1900, maar vaak herkenbare foto’s van tuin en bossen rond Hoekelum

4. Flyer met foto’s van het kasteel voor de grote verbouwing

BEKNOPTE Bouwhistorie KASTEEL HOEKELUM, vóór de grote verbouwing van 1912 -1917

De bouwgeschiedenis van Kasteel Hoekelum gaat terug tot de 12e eeuw: tot een jachthuis, mogelijk later een toren van hout en leem. Rond 1300 is sprake van een bakstenen woontoren. Kijkend naar de verdere bouwhistorie –  gebaseerd op bouwsporen, schriftelijke bronnen, en afbeeldingen – ontdekken we een door de tijd heen een woonplek die zich steeds verder ontwikkelde naar persoonlijke behoeftes en functie.

Zeer waarschijnlijk is dat het Huis tot in ieder geval 1731 andersom gericht was. Dus naar het oosten. Bron hiervoor is een tekening van Cornelis Pronk uit dit jaar. Hij staat als betrouwbare tekenaar bekend. Deze andere gerichtheid is verklaarbaar, omdat lange tijd de belangrijkste weg van Ede naar Wageningen het kasteel Hoekelum aan de oostelijke zijde passeerde.

Kort na de schets van Pronk (rondom 1735) is het huis afgebroken en herbouwd. Er ontstond een rechthoekige vorm. Eind 18e eeuw volgde nog eens een ingrijpende verbouwing (1777-1790). Hiervan is het bestek bewaard gebleven. De voorgevel (nu aan de westzijde!) kreeg een uitspringend middenstuk (een risaliet). Tegelijk werd het zo kenmerkende torentje geplaatst. Het wapenschild van de familie Van Balveren en een fronton bekroonden de nieuwe gevel.

Acht jaren na het gereedkomen van dit ‘nieuwe Hoekelum’ overleed in 1798 kasteelheer en initiator van de 1790-verbouwing Gerrit Willem van Balveren. Hij was nog maar 51 jaar en werd in de kerk in Bennekom begraven. Zijn weduwe Cornelie van Balveren – Löben Sels bleef achter. Als eerbetoon aan haar man werden de initialen G.W.B. in schoonschrift en goudkleur op het balkonhek boven de entree aangebracht. waarmee het kasteel zijn handtekening kreeg.

Tot 1912 veranderde er nu weinig meer, behoudens een kleine interne verbouwing. Afbeeldingen uit de 19e eeuw tonen een voorgevel die overeenkomt met de eerste foto’s op ansichtkaarten, die vanaf 1900 verschijnen.

Vier van deze ansichtkaarten – van elke zijde van het huis één – zijn afgedrukt in deze folder. Door deze oude foto’s te vergelijken met de huidige situatie kunt u met eigen ogen ontdekken wat er aan het extrerieur van Hoekelum veranderde tijdens de laatste grote verbouwing – nieuwbouw van 1912 – 1917.

Tekst: Kees Heitink, september 2022

 

BOUWHISTORIE KASTEEL HOEKELUM. NIEUWBOUW 1912 – 1917.

Na het overlijden in april 1912 van Carolina A.A.J.  baronesse van Wassenaer – van Balveren, weduwe van Walraven E.J. baron van Wassenaer kwam het kasteel leeg.
Alvorens als volgende bewoners hun intrek te nemen in het kasteel lieten de nieuwe kasteelheer Karel Gerrit Willem baron van Wassenaer  (jongste zoon) en zijn echtgenote Machtella baronesse van Wassenaer – van Lynden, die sinds hun huwelijk in 1909 op Noordereng woonden, eerst een grondige verbouwing en modernisering uitvoeren. Hiervoor is de periode 1912-1917 gebruikt.

Als architect werd J.W. Hanrath aangezocht, toen bekend en vermaard als ontwerper van landhuizen voor welgestelden. Hanrath werd aanbevolen door W.A. Insinger, voor wie deze korte tijd daarvoor, in de nabijgelegen bossen richting de Keijenberg, de villa Oostereng had ontworpen. (bouwjaar 1911).

Hanrath was een gewild architect. Hij wordt tot de ‘nieuw historiserende stijl’ gerekend. Daarin keren toepassing van stijlelementen uit de renaissance en classicisme steeds terug. Toepassing van symmetrie en, zoals bij Hoekelum, een fronton pasten naadloos in deze opvattingen.

Eerste ontwerp
Aanvankelijk kwam Hanrath met een ontwerp voor een modern huis, waarbij zoveel mogelijk van het oude gehandhaafd bleef. Modernisering van het bestaande kasteel, aangevuld met een uitbouw aan de noordzijde. Dit plan werd in de zomer van 1913 de aanbesteed. Aannemer Albertus Heitink uit Bennekom kreeg de opdracht voor een prijs van 36.500. – (guldens).
(A. Heitink ontwiep en bouwde in Bennekom meer. Een voorbeeld is het winkelpand Dorpsstraat 14-16  – gemeentelijk Monument – waarin zich boekhandelaar Adje van Slooten vestigde. In 2022 is daar Geniet Bloem & Lifestyle gevestigd)

Echter, ondanks deze voortvarendheid bestond er bij de opdrachtgevers, en mogelijk ook bij de architect, geen volle tevredenheid.

Inspectie op monumentwaarde
Op 11 september 1913 bezocht architect Joseph Cuypers het Kasteel voor een inspectie. Doel was een waardering te geven van het bestaande gebouw en de verschillende bouwdelen. In deze tijd bestond er nog geen Rijkdienst Cultureel Erfgoed die objectieve criteria voor dit soort opnemingen had vastgelegd. Er betond ook geen monumentenregister. Er werd van geval tot geval gekeken en beoordeeld. De eigenaar stuurde.
Collega Cuypers (zoon van de bekende Pierre Cuypers, wiens kantoor hij had voortgezet) gold als autoriteit. Hij  was aanbevolen door H.W. Hanrath, ze waren ongetwijfeld bekend met elkaar. Hanrath was ook zelf aanwezig bij de inspectie, waarvan Cuypers nog dezelfde dag rapport opmaakte. Een rapport dat de weg zou vrijmaken voor vrijwel volledige afbraak van het oude kasteel.
Het was een conclusie die Hanrath ongetwijfeld goed uit kwam: hij kon nu zijn opdrachtgever tegemoet treden met een rapport dat het uitgangspunt ”zoveel mogelijk van het oude behouden” in ieder geval vanuit monumentenoogpunt niet ondersteunde. Cuypers waardeerde alleen de ‘keukenbouw’ als middeleeuws en ‘solied van aanleg’. De voorgevel werd als ‘niet onaardig maar niet monumentaal’ bestempeld. En de bouwkundige staat van grote delen van het gebouw was slecht, vond Cuypers. Herstel hiervan zou veel geld kosten.
Inrichting van het bestaande gebouw ‘voor een familie in onze dagen’ zou een enorme klus worden schatte Cuypers in. Kortom: het bestaande kasteel Hoekelum was nauwelijks meer voor bewoning geschikt te maken. Een te bewaren monument was het bovendien niet, vond hij. In conclusie: Afbraak van den bouw waarbij wellicht een onderdeel zou zijn over te nemen, acht ik tegenover de kunsthistorie verantwoord en door economische redelijkheid geboden”.

Op 18 september wist opdrachtgever Karel Gerrit Willem van Wassenaer nog niets van deze nieuwe ontwikkelingen, al zal hij voor het idee van een inspectie door Cuypers zijn toestemming hebben gegeven. Vanuit Zuid-Duitsland verstuurt hij op die datum een kaart naar Hanrath. Daarin, als steeds, de boodschap dat hij geen nieuwbouw maar verbouw wenste. Zoveel mogelijk van het oude huis moest behouden worden.

Toch heeft het rapport hem overtuigd. Argumenten als ‘comfort’, een ‘moderne inrichting’ en ‘een slechte bouwkundige staat van het bestaande’ zullen hierbij zeker een rol gespeeld hebben. Mogelijk hebben bezoeken aan de familie Insinger in het, in 1911 opgeleverde, naburige Hanrath-ontwerp ‘Oostereng’ aan de omslag bijgedragen.
Hanrath was een grootheid in landhuizen voor welgestelden, een architect die vertrouwen gaf. Hij zou de oude sfeer van Hoekelum weten te behouden.

Nieuwe tekening
Begin 1914 was er een nieuwe tekening. Daarbij bleven alleen de door Cuypers als ‘middeleeuws’ benoemde keldergewelven en de zaal erboven bewaard. Aan de wens ‘zoveel mogelijk van het oude huis te behouden’, werd op een bijzondere manier tegemoet gekomen door de voorgevel weliswaar geheel opnieuw op te trekken, maar wel deze in uiterlijk zeer te laten lijken op de oude. Bovendien werden verschillende onderdelen, juist degene die op een monumentaal verleden wezen, hergebruikt: het ijzeren balkonhek met de initialen van Gerrit Willem van Balveren (stichter van het gebouw zoals dat meer dan een eeuw bestaan had), het fronton met het wapen van de familie Van Balveren met de daaronder aangebrachte ramskoppen en rozetten en het karakteristieke klokkentorentje werden gerestaureerd en kwamen terug.  Zo bleef het vertrouwde gezicht bewaard.

Hanrath
Toch wat het een ontwerp naar de wensen van de tijd. Het werd aan de binnenzijde, opnieuw met inachtneming van de bestaande functies in het oude gebouw, van moderne gemakken voorzien zoals centrale verwarming en een personenlift. In het volledig door Hanrath ontworpen nieuwe trappenhuis werd veel hout verwerkt.

Bordes
De toegang tot het huis kreeg een trap met bordes. Hierdoor kan het vroegere niveauverschil op de begane grond (bijvoorbeeld traptreden om de zaal te betreden) worden weggewerkt. Het huis zelf werd zo’n drie meter breder. De vroegere symmetrie werd in het nieuwe ontwerp opgenomen. Uiteindelijk leek het exterieur van het nieuwe Kasteel in veel opzichten op het gebouw van 1912. Ongetwijfeld naar wens van de opdrachtgever.

Volgens bestek zou de oplevering in februari 1916 plaatsvinden. De werkelijke datum werd 8 januari 1917. De baron en zijn echtgenote betrokken vanuit Noordereng (waar ze sinds hun huwelijk in 1909 tijdelijk woonden) het nieuwe Hoekelum, samen met hun twee jonge kinderen (een dochter en een zoon). In 1918 werd een tweede dochter geboren: Jacoba Cornelia, de latere mevrouw J.C. Iddink – van Wassenaer. Zij zou het eigendom in 1988 overdragen aan het Gelders Landschap.

tekst:  Kees Heitink, september 2022  

Hieronder zes oude opnamen (allen rond 1910) uit de bossen van Hoekelum achter het kasteel. Vanaf ongeveer 1830 werd hier de inrichting volgens de Engelse Landschapstijl overheersend. Dat leidde tot een slingerend padenstelsel dat nog altijd grotendeels in tact is. Bruggetjes en ook een folly (nepruïne) zorgden voor afwisseling.

Bosch van Hoekelum

In’t bosch van Hoekelum

.

Deze folly (nepruïne behorend bij de Engelse landschapstijl) was gesitueerd op de heuvel waaronder de nog altijd aanwezige ijskelder zich bevindt. Op korte afstand van het kasteel. De folly is reeds lang verdwenen.
Dit is één van de twee foto’s van de folly die bekend zijn.

1

Boschgezicht in Hoekelum

Brug op Hoekelum

1

Monument op Hoekelum

Herinneringsmonument  als afsluiting van de jarenlange herinrichting van tuinen en bossen ten tijde van Otto van Wassenaer (overleden 1858). Opgericht door zijn zonen. 

Tijdens Open Monumentendag heeft Kees Heitink een rondleiding gegeven waarbij deze flyer de leidraad was: