Oud-Bennekom gedenkt de Bennekomse oorlogsslachtoffers
Ook in 2024 vraagt de werkgroep Oorlogsslachtoffers van de Historische Vereniging Oud-Bennekom aandacht voor Bennekommers die slachtoffer werden in de Tweede Wereldoorlog. In de etalage van No48 Eijgenraam Mannenmode, tegenover de Oude Kerk, zijn vanaf vrijdag 26 april 2024 de vernieuwde namenlijsten te zien.
De lijsten zijn dit jaar vernieuwd en uitgebreid met tien namen. Namen van evacuees uit Wageningen en Renkum, benevens enkele nieuw ontdekte slachtoffers van de ‘spergebiedmoorden’, die allen in Bennekom omkwamen, zijn nieuw op de lijst.
Zie voor een toelichting op de lijst onderstaande pdf:
TOELICHTING BIJ DE LIJSTEN MET BENNEKOMSE OORLOGSSLACHTOFFERS
De vernieuwde lijsten in de etalage van No48 Eijgenraam Mannenmode,
Dorpsstraat 48, Bennekom
In 2023 stond onderstaand gedicht bij de foto’s
‘DE DODEN’ van MUUS JACOBSE
Muus Jacobse (1909 – 1972, pseudoniem voor K.H. Heeroma) studeerde Nederlands en promoveerde in 1935 op ‘Hollandse Dialektstudies’.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog verzorgde hij op zijn eigen pers illegale poëzie-uitgaven.
“Eenvoudige gedichten die werden verstaan door het volk waarvoor hij schreef (…)”
1940
éénbladdruk
In 2022 hebben we zes slachtoffers uitgelicht. Van deze zes personen stonden er foto’s bij de lijsten. Op deze speciale herdenkingspagina vindt u (per foto) in het kort een beschrijving van de gebeurtenissen rond hun overlijden en het verdriet en gemis daarna.
Hendrika van den Hul – van Ewijk |
Maas van den Born |
Willem van den Heuvel |
Hendrika van Ewijk trouwde op 29 april 1936 met Gerrit Henrik van den Hul. Ze woonden in een klein huisje op de Selterskampweg en kregen op 2 september 1938 een dochtertje: Diny.
Vader van den Hul werkte bij Alblas aan de Veenderweg als radiomonteur. Hendrika ging daar wel eens met Diny thee drinken. Dat ze op 11 mei 1940 ook.
Diny in 2015:
“Er werd van de Grebbe geschoten door Nederlandse kanonnen. Iedereen ging naar buiten en stond achter het postkantoor. Toen werd mijn moeder dodelijk getroffen. Met mij op de arm. Ik had kleine verwondingen, die behandeld konden worden. Mijn vader werd in zijn bovenarm getroffen en raakte in coma. Hij werd naar het ziekenhuis gebracht. Mijn moeder was al begraven toen mijn vader weer bij kwam.”
“Ik heb het altijd zwaar gehad in de dagen rond de dodenherdenking. Ik heb mijn kinderen altijd opgevoed met 2 minuten stilte: voor hun Oma. Soms denk ik er ook wel eens aan als mensen bij Spoorloos hun moeder zoeken en vinden. Zij kunnen nog zoeken, denk dan wel eens. De laatste jaren heb ik er meer last van dan vroeger.
Diny, nog geen twee jaar oud op 11 mei 1940, was in 2019 aanwezig in de Oude Kerk toen haar moeder, in een volle kerk, speciaal werd uitgelicht en voor iedereen genoemd werd. Dat deed haar goed.
Uit een officieel Rapport 1947:
“Maas van den Born dienende als korporaal bij het Nederlandsch – Indisch Leger, verblijf houdende op Java. Hij is na den inval der Japanners, omstreeks in het begin van het jaar 1942 (op 5 maart 1942 veroverde Japan Batavia), in Japanse krijgsgevangenschap geraakt. Als gevolg van deze omstandigheden is Maas van den Born op 2 september 1943 overleden.
Zijn naaste bloedverwant , zijn vader Maas van den Born, Soetendaalseweg 42 te Bennekom geniet een klein pensioen. De overledene behoorde bij zijn leven bij de Gereformeerde kerk ‘.
Maas van den Born is in Myanmar (vroeger: Birma) overleden. Hij ligt begraven op de erebegraafplaats ‘Thanbyuzayat War Cemetery’ in de plaats Thanbyuzayat in Myanmar. Deze erebegraafplaats is speciaal ingericht voor slachtoffers omgekomen bij de aanleg van de beruchte Birmaspoorlijn of ‘Dodenspoorweg’ (deze liep van Thailand naar Birma).
De naam van Maas van de Born staat op de herdenkingsborden die na de oorlog werden aangebracht in de Oude Kerk en de Brinkstraatkerk. Zijn naam is tevens aangebracht op de gedenkzuil voor gevallen militairen op de Paasberg in Ede.
Om een verplichte tewerkstelling in Duitsland te ontlopen was Willem van de Heuvel, (volgens zeggen) via de verzetsman Paul de Nooij, ondergedoken bij diens zwager in Varsseveld. Om veiliger te zijn voor razzia’s verhuisde hij In september 1944 naar Sinderen. Maar op 30 november werd hij toch opgepakt tijdens een razzia, al zijn er ook berichten dat dit al een maand eerder gebeurde.
Willem van den Heuvel, amper 20 jaar oud, werd te werk gesteld in ‘Arbeitslager Marl’, een onderdeel van het concentratiekamp Recklinghausen (noordelijke deel Ruhrgebied). Hier overleed hij, mogelijk door ziekte, op 24 december 1944. Hij werd begraven op het plaatselijke kerkhof in Marl.
Na de oorlog kwam Willem niet terug naar Bennekom. Het duurde lang voordat de familie precies wist waarom. Door omstandigheden kon eerst in 1950 een verzoek worden ingediend om het stoffelijk overschot over te brengen naar Bennekom.
Uiteindelijk is Willem van den Heuvel in 1951 herbegraven op de Bennekomse begraafplaats aan de Alexanderweg. Zijn graf met de toen opgerichte grafsteen is nog aanwezig.
Een nichtje van Willem in 2015:
Thuis werd er nooit over gesproken. Wel hing bij ons aan de schoorsteen zijn foto. Die hing overal bij de familie in huis. Die van mijn moeder heb ik nu. Over de oorzaak van zijn dood weet ik niets. Hij was ziek geworden is mij verteld”.
Willem Stoffel Aalbers |
Jan Mekking |
Louis Hulstein |
Bakker Willem Aalbers is op lafhartige wijze doodgeschoten achter een boerenwoning aan de Bornsesteeg. Hij had zijn bakkerij op de hoek Edeseweg/Bakkerstraat. In maart 1945 was zijn vrouw hoogzwanger. Samen hadden ze al een dochter : Betty.
Aalbers was na een dag gedwongen werken aan (Duitse) stellingen in Wageningen op weg naar het evacuatieadres van het gezin aan de Telefoonweg in Ede. Daar is hij nooit aangekomen.
Willem Aalbers (40 jaar) werd op 13 maart 1945 door Cornelis Adrianus Kooijmans, lid van de Nederlandse SS (26 jaar) aan de Bornsesteeg aangehouden. En omdat hij niet in bezit bleek van een geldig ‘Sonderausweis’, moest hij mee. Besloten werd om Aalbers onmiddellijk dood te schieten, hetgeen geschiedde.
Kooijmans is na de oorlog opgepakt en wees, na aanvankelijk ontkennen, begin augustus 1945 de plaats aan waar de stoffelijke resten van Willem Aalbers begraven lagen. Later bekende hij ook de moord.
Op 10 augustus 1945 werd Willem Aalbers opnieuw begraven, op de begraafplaats aan de Alexanderweg. Zijn graf is bewaard. Al eerder, op 2 mei 1945, was zijn vrouw Marretje Aalbers van een zoon bevallen. Vader en zoon hebben elkaar nooit gezien.
Meer lezen?
Kees Heitink: Twee Bennekomse oorlogsslachtoffers in het spergebied maart 1945. In: De Kostersteen 144 april 2018, p. 1-9
Kostersteen nr 144 april 2018
Jan Mekking woonde in Wageningen, maar maakte in 1944-1945 deel uit van de verzetsgroep van Bart van Elst. Mogelijk heeft hij zich na de evacuatie van Wageningen in september 1944 bij deze groep aangesloten. Een andere mogelijkheid is dat hij, omdat het gezin Mekking niet ver van Bennekom woonde en van Gereformeerde huize was, het Bennekomse verzet al eerder kende.
In de nacht van 8 op 9 maart 1945 was hij, samen met vier anderen van zijn verzetsgroep, aanwezig bij een wapendropping op de ‘Keuenklep’ (Immenweg) in Lunteren. De dropping werd ontdekt waarbij een groot aantal verzetsmensen werd opgepakt.
Jan Mekking werd, na strenge verhoren op het beruchte SD-kantoor in de ‘Wormshoef’ te Lunteren overgebracht naar Kamp Amersfoort.
Als wraakmaatregel voor het doodschieten van een Duitsgezinde Nederlandse politieman door het verzet, werd Jan Mekking op 20 maart 1945 in Amersfoort gefusilleerd.
Ook de vier andere opgepakte leden van de groep Bennekom, waaronder Bart van Elst, werden bij deze wraakneming doodgeschoten. Hun namen staan op de plaquette in het Bart van Elstplantsoen.
De naam van Jan Mekking staat ook op de Naamwand van het Monument voor de Gevallenen te Wageningen.
De stoffelijke resten van Jan Mekking zijn in 1947 bijgezet in het Mausoleum te Ede.
Graag houden wij ons aanbevolen voor nadere informatie over Jan Mekking |
Louis (Loek) woonadres: Heidelaan 26 (nu 52).
Zijn jongste zus in 2019: “Het was hei van hier tot aan het bos bij de Heinrich Witteweg. Er stonden nog maar heel weinig huizen. Loek was met vriendjes spelen in het bos. Opeens kwam zijn vriendje Wim de Ruiter binnen rennen en zei tegen mijn vader: “Loek is hartstikke dood!”. Dat weet ik nog goed. Mijn vader ging naar het bos. Wij bleven hier. Mijn moeder bleef bij ons”.
“Loek werd thuis opgebaard. Zijn hand in het verband. Hij had een mortier (een granaat) opgepakt. Loek is vanuit huis begraven. We zijn helemaal gelopen. Op het kerkhof waren kinderen van alle scholen. Wij zaten op de openbare school, maar de christelijke school was er ook. Alle kinderen hadden een bloem mee. Die werden bij het graf gelegd. Het waren er ontzettend veel. Er lag een hele berg. Een bloemenzee”.
“Na de begrafenis was ons hele gezin in rouw, een jaar en zes weken. Er werden zwarte driehoekjes stof op je mouw gespeld. Vader had het op zijn pak; ik op mijn jurk en mijn jas”.
“Er hing altijd een foto van Loek in de kamer. Mijn vader ging elke zondag naar het kerkhof. Ik ging soms mee”.
Loek’s graf op de begraafplaats aan de Alexanderweg is bewaard.
In de Verklaring van Overlijden, opgemaakt door dokter J.H. van Omme, staat dat Loek omkwam door het ontploffen van een handgranaat. Het ongeluk gebeurde bijna drie maanden na de bevrijding van Bennekom.